• vaxer
enkelvoud meervoud
naamwoord vaxer vaxers
verkleinwoord - -

de vaxerm

  1. (persoon) iemand die het nut van inenting tegen besmettelijke ziekten uitdraagt
    • Hij was een vaxer omdat hij van nabij had gezien hoe inenting levens redde. 
  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Wat is juist: vaxxer of vaxer? En antivaxxer of antivaxer?” op onzetaal.nl