Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vast·goed·zeep·bel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vastgoedzeepbel vastgoedzeepbellen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de vastgoedzeepbelv / m

  1. een economische zeepbel die periodiek voorkomt in vastgoedmarkten
    • De vastgoedzeepbel in de Verenigde Staten is een bedreiging voor de gehele economie. 
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid