• vak·man·schap
enkelvoud meervoud
naamwoord vakmanschap
verkleinwoord

het vakmanschapo

  1. vaardigheid in een beroep of handel, de vaardigheid om hoog kwalitatief werk af te leveren
    • Het kunnen inkleden van een onderwerp met behulp van personificaties en door het gebruik van beeldelementen (dieren, planten, voorwerpen, kleuren) met een diepere betekenis maakte deel uit van het vakmanschap van schilder en dichter. [1] 
  • Vakmanschap is meesterschap. [2]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. Bron:
    Tijdschrift Literatuur
    Jaargang 5
    Amsterdam University Press, Amsterdam 1988
    DBNL - Digitale bibliothek voor de Nederlandse letteren
  2. Met deze bekende slogan presenteerde biermerk Grolsch zich tot 1985 als brouwer van een zogeheten premium, een sterk biermerk.
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be