Nederlands

 
uurglas
Uitspraak
Woordafbreking
  • uur·glas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uurglas uurglazen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

uurglas o [1]

  1. tijdmeter die werkt met behulp van door een nauwe opening naar beneden vallende korrels
     Op het lijstje van Ermeloër Eppo Bruins (ChristenUnie) valt vooral de snoeperij op. Een kistje verse vis uit Urk, een flesje wijn van 25 cl en nootjes (waarde onbekend), een pot snoep en ‘een fles wijn, noten en kaas’. Dit jaar kreeg hij twee tickets voor de TT in Assen. Vorig jaar kreeg Bruins een ‘Magnetisch uurglas’, waarvan de waarde eveneens onbekend is.[2]
     Onderweg van Medemblik naar Oostwoud werd hem in zijn roeiboot geopenbaard dat het einde van de wereld eraan kwam, „wijl haar uurglas is verloopen.”[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
47 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Floris Brandriet
    “Gratis naar De Toppers en een kistje verse vis; dit kregen onze Kamerleden cadeau” (03-12-2018), Tubantia
  3.   Weblink bron
    Maarten Stolk
    “Niemand weende, want iedereen verwachtte de dood” (04-01-2010), Reformatorisch Dagblad
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be