• uit·ge·diend
vervoeging van: uitdienen…
verbogen vorm: uitgediende

uitgediend

  1. voltooid deelwoord van uitdienen
    • Neymar ontving die bonus toen hij vorig jaar zijn contract bij Barcelona verlengde tot 2021. Omdat hij die verbintenis niet heeft uitgediend, vindt Barça dat hij een deel van dat bedrag moet terugbetalen. Over de claim van 8,5 miljoen euro vraagt Barça nog eens tien procent vanwege 'vertraagde betaling'. [1] 
stellend
onverbogen uitgediend
verbogen uitgediende
partitief uitgediends

uitgediend [2]

  1. van iemand dat hij of zij zijn taak heeft vervuld en ontslagen kan worden
  2. van iets dat het zijn functie heeft gehad maar nu overbodig is geworden
    • Vijftig cent per kerstboom. Leuk voor in de spaarpot. Maar de kick van steeds weer nieuwe kerstbomen opsnorren was toch de voornaamste stimulans voor kinderen om uitgediende kerstbomen in te leveren bij medewerkers van de gemeente Berkelland. [3] 
    • De Britse politie heeft voormalig hoofdredacteur Rebekah Brooks van News of the World een paard gegeven. Volgens de politie van Londen was het geen cadeau, maar kreeg ze het uitgediende werkpaard in 2008 te leen om het te verzorgen. [4] 
    • Eibergenaar Boeijink is als wachtcommandant in een van de betrokken Rotterdamse brandweerkazernes bij het oefenprogramma betrokken. Hij was vroeger postcommandant van de vrijwillige brandweer in Eibergen. Zijn oude netwerk komt enorm van pas: waar het vinden van uitgediende bussen als oefenmateriaal én een geschikt terrein bij Rotterdam moeilijk of kostbaar is, slaagt hij in zijn oude ‘achtertuin’. [5]