Een handtas gemaakt van het bovendeel van een afgedragen blauwe spijkerbroek
  • af·ge·dra·gen
vervoeging van: afdragen…
geen verbogen vorm

afgedragen

  1. voltooid deelwoord van afdragen
stellend
onverbogen afgedragen
verbogen -
partitief afgedragens

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

afgedragen

  1. (kleding) door langdurig gebruik versleten en vervormd
     Zijn mottige pantalon, zijn afgedragen giletje en geel geworden overhemd zijn nergens te bekennen.[1]
     De 53-jarige buschauffeur uit New York lijkt met zijn stevige sportschoenen, afgedragen spijkerbroek en plastic regenjas maar weinig op de stereotype Amerikaanse Apple-fan die zich opnieuw laat meeslepen door een technologiehype.[2]
98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]
  1.   Weblink bron
    Georgina Verbaan
    “Drie” (31 januari 2019) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Marc Hijink & Freek Staps
    “Zelfs een digibeet snapt de iPad” (2 april 2010) op nrc.nl  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be