Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·ge·bracht
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: uitbrengen…
verbogen vorm: uitgebrachte

uitgebracht

  1. voltooid deelwoord van uitbrengen
stellend
onverbogen uitgebracht
verbogen uitgebrachte
partitief uitgebrachts

Bijvoeglijk naamwoord

uitgebracht

  1. eenmalig met de nodige nadruk gepresenteerd
  2. (van boeken, platen, games en dergelijke) door een producent voor brede afzet aan het publiek aangeboden
Uitdrukkingen en gezegden
uitgebrachte stem
door de kiezer onomkeerbaar vastgelegde voorkeur
uitgebracht beroep
uitnodiging door een protestante kerkgemeente om hun dominee te worden

Gangbaarheid