uitgebrachts
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitgebrachts (hulp, bestand)
- IPA: /ˈœytɣəˌbrɑxts/
Woordafbreking
- uit·ge·brachts
Woordherkomst en -opbouw
- uitgebracht met de uitgang -s
Bijvoeglijk naamwoord
uitgebrachts
- partitief van de stellende trap van uitgebracht