uitbuiting
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitbuiting (hulp, bestand)
- IPA: /ˈœʏtbœʏtiŋ/
Woordafbreking
- uit·bui·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitbuiting | uitbuitingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de uitbuiting v
- het gebruik van iemand maken zonder daar naar waarde voor te belonen
Vertalingen
1. het gebruik van iemand maken zonder daar naar waarde voor te belonen
Gangbaarheid
- Het woord uitbuiting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitbuiting" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be