tweekleurig gitje

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • twee·kleu·rig git·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord tweekleurig gitje tweekleurige gitjes

Zelfstandig naamwoord

het tweekleurig gitjeo dim. tant.

  1. (tweevleugeligen) Cheilosia albipila   een vliegensoort uit de familie van de zweefvliegen (Syrphidae  ). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1838 door Meigen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie