Boven-, tussen- en onderstandig vruchtbeginsel
  • tus·sen·stan·dig
  • Samenstellende afleiding van tussen en stand met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen tussenstandig tussenstandiger tussenstandigst
verbogen tussenstandige tussenstandigere tussenstandigste
partitief tussenstandigs tussenstandigers -

tussenstandig

  1. (beschrijvende plantkunde) zich tussen de plaats waar de kelk en de kroon zijn ingeplant bevindend
    • Een tussenstandig vruchtbeginsel.