turnkring
- turn·kring
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | turnkring | turnkringen |
verkleinwoord | turnkringetje | turnkringetjes |
de turnkring m
- (sport) een groep van mensen die samen turnen in club verband
- Tachina Peeters (Gymplus) heeft zich donderdag geplaatst voor de tumblingfinale op het EK trampoline en tumbling in de Azerbeidzjaanse hoofdstad Baku. Ook op de dubbele minitrampoline verzekerden Wannes Geens (Sterk en Lenig Drongen) en Anna Hulsens (Turnkring Altis Hulshout) zich van een finaleticket na afloop van de kwalificaties. [2]
- Dennis Goossens (Turnkring Kerels Waasmunster) heeft zich woensdag op de Wereldbekerwedstrijd toestelturnen in de Qatarese hoofdstad Doha geplaatst voor de finale aan de ringen. [3]
- Het woord turnkring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "turnkring" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 12/04/2018 Drie Belgen plaatsen zich voor finale op EK trampoline en tumbling
- ↑ De Standaard 22/03/2017 Turner Dennis Goossens plaatst zich in Qatar voor finale aan de ringen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be