tuinmonnikskap
- (IPA in voorbereiding)
- tuin·mon·niks·kap
- samenstelling van tuin en monnikskap zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tuinmonnikskap | tuinmonnikskappen |
verkleinwoord | tuinmonnikskapje | tuinmonnikskapjes |
- (bloemplanten) Aconitum × cammarum een overblijvend kruid van hybride herkomst, waarvan meerdere cultivars bestaan. Het is een tuinplant van 0,50-1,00 m hoog, die in delen van Europa wordt aangeplant en die na verwildering lang kan standhouden op beschaduwde, koele en vochtige plaatsen zoals oevers van waterlopen, natte graslanden en nabij woningen
- monnikskap, ranonkelfamilie, zaadplanten, 'nieuwe' tweezaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten
- Het woord 'tuinmonnikskap' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] tuinmonnikskap in het Nederlands Soortenregister N
- [1] tuinmonnikskap op Wikidata