1. Een tuimelkruid dat voortrolt.
  • tui·mel·kruid
enkelvoud meervoud
naamwoord tuimelkruid tuimelkruiden
verkleinwoord - -

het tuimelkruido

  1. (plantkunde) bovengronds deel van een plant met zaden of sporen, dat na verdroging afbreekt, door de wind gaat voortrollen en op die manier zorgt voor de verspreiding van nieuwe planten over een groter gebied
     Een kurai is net zoiets als het ‘tumbleweed’ dat we uit de Amerikaanse western kennen: zo’n rondrollend struikje, het bovengrondse deel van een plant die ook bekendstaat als steppenroller of tuimelkruid en die voortbewogen door de wind zijn zaden verspreidt.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Dana Linssen
    “Zo zie je Kirgizië ook ‘ns” (30 april 2015) op nrc.nl