trouwens
- trou·wens
- In de betekenis van ‘bijwoord van modaliteit: overigens’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1541 [1]
trouwens
- overigens, in werkelijkheid, in waarheid, in zekerheid
- Hij is trouwens de leider van het team geworden.
- ▸ Mijn kinderen staan trouwens absoluut niet te trappelen om zelf ook lange wandelingen te gaan maken.[2]
- Het woord trouwens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trouwens" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "trouwens" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be