bovendien
- bo·ven·dien
- In de betekenis van ‘voegwoordelijk bijwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1658 [1]
- samenstelling van boven en dien (datief van het aanwijzend voornaamwoord die) [2]
bovendien
- op de koop toe, daarenboven
- Stoppen met roken is gezond en bovendien een snelle manier om veel geld te besparen.
- ▸ Nu ik helemaal alleen was viel er weinig te zeuren en bovendien zou niemand het horen.[3]
- ▸ Ze moesten het materiaal dus verwarmen met vuur en bovendien een systeem bedenken om de stammen boven het vuur om te draaien op ongeveer dezelfde manier als zuiderlingen schapenlichamen boven open vuur roteerden.[4]
1. op de koop toe, daarenboven
- Het woord bovendien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bovendien" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "bovendien" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ bovendien op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be