• trouw·amb·te·naar
enkelvoud meervoud
naamwoord trouwambtenaar trouwambtenaars
trouwambtenaren
verkleinwoord trouwambtenaartje trouwambtenaartjes

de trouwambtenaarm

  1. (beroep) ambtenaar van de Burgerlijke Stand die is aangesteld door het gemeentebestuur met als taak het voltrekken van huwelijken, het registreren van partnerschappen en het omzetten daarvan
    • De gemeente Lelystad beschikt over een enthousiast team van trouwambtenaren.[1]