trotyl
- tro·tyl
- In de betekenis van ‘springstof’ voor het eerst aangetroffen in 1909 [1]
- verkorting van trinitrotoluol met met het achtervoegsel -yl [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trotyl | |
verkleinwoord |
- (scheikunde) een explosief
- Twee weken geleden deed de kwaliteitskrant Rzeczpospolita er een schepje bovenop met de suggestie dat er op het wrak van de neergestorte Toepolev trotyl was gevonden, een aanwijzing dat er sprake was van een aanslag. De krant kwam onmiddellijk op haar stappen terug, maar het kwaad was geschied. Volgens oppositieleider Kaczynski was daarmee het bewijs geleverd dat zijn tweelingbroer vermoord was.[4]
- TNT (ook trotyl genoemd) zit onder meer in militaire bommen en wordt vaak gebruikt bij aanslagen door militanten. Bij de aanslag kwamen ook de dader en de Bulgaarse buschauffeur om. Een Israëlische toeriste die omkwam, was zwanger.[5]
- Het woord trotyl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trotyl" herkend door:
19 % | van de Nederlanders; |
12 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "trotyl" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ trotyl op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 12 NOVEMBER 2012 Jan Hunin
- ↑ Volkskrant 20 juli 2012
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be