• tro·pisch
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘bij of tussen de keerkringen’ voor het eerst aangetroffen in 1822 [1]
  • afgeleid van het Griekse tropḗ (wending) met het achtervoegsel -isch [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen tropisch tropischer
verbogen tropische tropischere
partitief tropisch tropischers -

tropisch

  1. tot de tropen behorend, daar voorkomend
     Ze had me twee weken eerder verteld over haar leven als kunstenaar op een tropisch eiland in Maleisië.[3]
     Een tropische versie van Schotland, met meer dan 60 miljoen schapen en ontelbare gevaarlijke rivieren.[3]
     De tropische storm Bonnie die Aruba, Bonaire en Curaçao mogelijk zal treffen, komt waarschijnlijk niet woensdagavond maar al in de middag (plaatselijke tijd) aan land op de eilanden. Dat zegt het Caribbean Weather Center (CWC) woensdag tegen NU.nl. Daardoor is op het eiland paniek ontstaan onder de inwoners.[4]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]
  1. "tropisch" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. tropisch op website: Etymologiebank.nl
  3. 3,0 3,1
    Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  4.   Weblink bron “Paniek op Curaçao door mogelijk eerdere aankomst tropische storm Bonnie” (29 juni 2022), NU.nl
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be