• sub·tro·pisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen subtropisch subtropischer
verbogen subtropische subtropischere
partitief subtropisch subtropischers -

subtropisch

  1. in de overgang van de gematigde en hete luchtstreken gelegen, daar voorkomend etc.
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be