Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • troost·eten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
troosteten
-
-
onvolledig

Werkwoord

troosteten

  1. uit verdriet gaan eten om weer blij te worden, met het risico op overgewicht als je er te lang mee doorgaat
    • Terwijl we langs jurken met middeltjes van zestig centimeter omtrek wandelden, dachten we aan al die arme voormoeders van wie we onze aanleg tot molligheid en bijbehorende neiging tot troosteten hadden geërfd. [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord troosteten -
verkleinwoord - -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord

het troosteteno

  1. (voeding) voedsel dat verdrietige mensen gebruiken om weer blij te worden
    • Als mensen zich rot voelen, grijpen ze weleens naar troostvoedsel. Chocola, roomijs, pindarotsjes. Maar verbetert comfort food je stemming echt? Nou, iemand die zich rot voelt, voelt zich wel beter nadat hij zijn favoriete troosteten heeft geconsumeerd. [2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen