troffel
- trof·fel
- In de betekenis van ‘metselaarsgereedschap’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1557 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | troffel | troffels |
verkleinwoord | troffeltje | troffeltjes |
de troffel m
- (gereedschap) een driekantige platte schep met handvat voor het opbrengen van metselspecie
1. een driekantige platte schep met handvat voor het opbrengen van metselspecie
- Het woord troffel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "troffel" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "troffel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be