troeven
- troe·ven
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
troeven |
troefde |
getroefd |
zwak -d | volledig |
troeven
- overgankelijk (kaartspel) een slag overnemen door een kaart te spelen die tot de troefkleur behoort
- De eerste slag werd getroefd.
de troeven mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord troef
- Het woord troeven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "troeven" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ troeven op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be