• troe·tel·dier
enkelvoud meervoud
naamwoord troeteldier troeteldieren
verkleinwoord troeteldiertje troeteldiertjes

het troeteldiero

  1. geliefkoosd gezelschapsdier
  2. (speelgoed) namaakbeest van zacht materiaal dat kinderen graag tegen zich aan houden
  3. (figuurlijk) persoon die onevenredig veel positieve aandacht van iemand krijgt
  4. (figuurlijk) project dat onevenredig veel positieve aandacht van iemand krijgt
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]


enkelvoud meervoud
naamwoord troeteldier troeteldiere

troeteldier

  1. huisdier o