triklien
- tri·klien
stellend | |
---|---|
onverbogen | triklien |
verbogen | trikliene |
triklien
- (kristallografie) een symmetrie bezittend die ten hoogste een inversiecentrum omvat
- Een trikliene eenheidscel heeft zes onafhankelijke parameters: drie ribben en drie hoeken.
Kristalstelsels in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
triklien
• monoklien
• orthorombisch
• trigonaal
• hexagonaal
• romboëdrisch
• tetragonaal
• kubisch |
1. een symmetrie bezittend die ten hoogste een inversiecentrum omvat
- Het woord 'triklien' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.