traumatoloog
- trau·ma·to·loog
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | traumatoloog | traumatologen |
verkleinwoord |
de traumatoloog m
- (medisch) arts gespecialiseerd in de (chirurgische) behandeling van verwondingen die door ongevallen of geweld zijn veroorzaakt
- ,,Het is goed dat burgers een plan en kennis hebben van hoe ze elkaar kunnen helpen in een noodsituatie", aldus de ontwikkelaars van de app, brigadier Tim Hodgetts en professor Sir Keith Porter. Die laatste is klinisch traumatoloog in het Queen Elizabeth Hospital in Birmingham (Engeland).[2]
- Traumatoloog Ralph de Wit van het MST was op alles voorbereid, maar uiteindelijk bleken de adoptiekinderen uit Haïti in redelijke gezondheid.[3]
1.
- Het woord traumatoloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "traumatoloog" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 05-01-17 Diplomaten zijn nog steeds starre wanbetalers
- ↑ Tubantia 23-01-10 'Hongerig, maar niet ondervoed'
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be