de jonge (en de oude?) toverheks
  • to·ver·heks
enkelvoud meervoud
naamwoord toverheks toverheksen
verkleinwoord

de toverheksv

  1. een vrouwelijke tovenaar als sprookjesfiguur
    • Het is intussen ook al traditioneel, maar tijdens iedere Gentse Feesten vallen er allerlei aangepaste boottochtjes te maken voor kinderen. Of het nu de Piratenboot en de boot van Hanneke Tanneke Toverheks zijn van Boat in Gent of de Kabouterboot van Gent Watertoerist, ook voor Gentse kinderen valt er in hun eigen stad nog veel te ontdekken vanop het water, en als dat gepaard gaat met een leuk verhaal is dat des te spannender.[2] 
    • Deze spiegel is een misleider die fleemt, lispelt en levenskracht uit planten, dieren en mensen zuigt. Soms toont hij even zijn ware aard, dan is hij niet zo eng: zo’n hybride van toverheks en ‘hongerige geest’ uit de Japanse horror die je in het gros van dit soort films tegenkomt – huid van blauwaderkaas, sluik zwart haar, witte ogen.[3] 
  2. oude lelijke vrouw
95 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 14 JULI 2009
  3. NRC Coen van Zwol 16 april 2014
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be