tover
- to·ver
vervoeging van |
---|
toveren |
tover
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toveren
- Ik tover.
- gebiedende wijs van toveren
- Tover!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toveren
- Tover je?
- Het woord tover staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.