Nederlands

 
logo van fysiotopfit
Uitspraak
Woordafbreking
  • top·fit
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen topfit
verbogen topfitte
partitief topfits s -

Bijvoeglijk naamwoord

topfit

  1. heel erg fit, een hele goede conditie hebben
    • De reus lacht. Die lelijke grijze broek die hij toen aan had, dat buikje… ,,De mensen gaan nu toch een hele andere Jamal zien: eentje die nu ook nog eens écht topfit is.’’[1] 
    • Zverev oogde niet topfit, hij stond na langere rally's geregeld uit te hijgen, maar Haase had geen beperkingen bespeurd bij het toptalent van de ATP Tour. 'Zverev behoort tot de fitste spelers uit het circuit en hij speelde als vanouds supersnel. Ik denk eerder dat hij zich op die manier afreageerde, omdat ik beter was.'[2] 
    • „Op mijn zestigste wil ik topfit zijn. Dan moet het lijf immers nog veertig jaar mee. Als ik nu naar mezelf kijk, ben ik al trots. Dat kon ik twee jaar geleden niet zeggen.”[3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Tubantia Victor Schildkamp 07-12-17
  2. Volkskrant Robèrt Misset 1 november 2017
  3. NRC Willemijn van Benthem 20 december 2008
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be