tonrondte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ton·rond·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tonrondte | tonrondtes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de tonrondte v
- (wegenbouw) bolling van een wegdek zodat het midden iets hoger is dan de randen
- (waterbeheer) gebogen vorm van een talud
- ▸ Bij het aanbrengen van steenzettingen over een grote hoogte moet een tonrondte worden toegepast. Dit betekent dat de bekleding met een geringe opbolling wordt aangebracht. Doel hiervan is om de helling visueel over de gehele hoogte eenzelfde gradiënt te geven.[3]
Gangbaarheid
- Het woord 'tonrondte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Unger, A.K.W. & Zwiers Hz, L.“Moderne verkeerswegen in ontwerp en aanleg” (circa 1935), N.V. Uitgevers-Maatschappij voorheen van Mantgem & van Does, Amsterdam, p. 88
- ↑ Weblink bron Halter, W.; Groenouwe, I; Tonneijck, M.; d'Angremond, K.“Handboek Dijkenbouw” (2018), Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), p. 118