tonrond
- ton·rond
- samenstelling van ton zn en rond bn
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | tonrond | tonronder | tonrondst |
verbogen | tonronde | tonrondere | tonrondste |
partitief | tonronds | tonronders | - |
tonrond [1]
- heel erg dik; zo rond als een ton
- Het woord tonrond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tonrond" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Halloween” (20 oktober 2007), de Volkskrant
- ↑ Weblink bron rmg“Topkok gaat fastfood” (18/05/2005), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be