toilettas
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toi·let·tas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van toilet en tas (toilet bet. 3)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toilettas | toilettassen |
verkleinwoord | toilettasje | toilettasjes |
Zelfstandig naamwoord
- (huishouden) kleine tas om toiletartikelen in te bewaren
- In mijn toilettas zat ook nog een andere shampoo, van het merk Dove.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. kleine tas om toiletartikelen in te bewaren
Gangbaarheid
- Het woord toilettas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toilettas" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ lipstick.simpsite.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be