tobbe
- tob·be
- In de betekenis van ‘kuip’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1252 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tobbe | tobbes tobben |
verkleinwoord | tobbetje | tobbetjes |
- een (houten) vat dat naar boven wijder wordt, teil
- Hij had een verzameling tobbes in de achtertuin staan.
- een (gebakken en geglasuurde) aarden kruik met een voet, een vlakke bovenrand en 2 oren waar vlees in gepekeld werd om te bewaren in de kelder. Kon wel tot 100 liter groot zijn.
vervoeging van |
---|
tobben |
tobbe
- aanvoegende wijs van tobben
- Het woord tobbe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tobbe" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "tobbe" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be