tilhengar
- til·hen·gar
- samenstellend afgeleid van til vz en henga ww met het achtervoegsel -er als leenvertaling van Nedersaksisch tohanger
tilhengar m
- (verkeer) aanhanger, aanhangwagen
- aanhanger, supporter (mannelijke vormen)
- aanhangster, supportster (vrouwelijke vormen)
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | tilhengar | tilhengaren | tilhengarar | tilhengarane |
genitief |
- [1] hengar
- [1-3] tilhengjar
- [2-3] sympatisør
- [1] biltilhengar