tijdwinst
- tijd·winst
- samenstelling van tijd en winst
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijdwinst | tijdwinsten |
verkleinwoord |
de tijdwinst v
- de tijd die men wint omdat een bepaalde taak korter duurt van gewoonlijk
- Met het gebouw op de Laan van Spartaan wordt een nieuw record gevestigd. Twee jaar geleden stapelde Ursem al elf verdiepingen op elkaar voor een woontoren op de Amstelveense studentencampus Uilenstede. Dankzij voortschrijdende techniek kan dat nu nog hoger. Doordat de modules betonkolommen op de hoeken hebben, kunnen ze direct op elkaar worden gestapeld. Dat levert veel tijdwinst op. De parallelle processen in de fabriek en op de bouwplaats zorgen ervoor dat de productietijd in sommige gevallen kan worden gehalveerd, zegt Ursem. Ook worden minder fouten gemaakt. „We eindigen standaard met het ontwikkelen van een prototype. Op papier kun je soms eindeloos discussiëren over de plek van een stopcontact, met zo’n prototype is vaak meteen duidelijk wat werkt. Dat geeft een heel voorspelbaar bouwproces.” [1]
1. de tijd die men wint omdat een bepaalde taak korter duurt van gewoonlijk
- Het woord tijdwinst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tijdwinst" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ NRC Anne-Martijn van der Kaaden 28 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be