• te·vre·den·stel·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tevredenstellen
stelde tevreden
tevredengesteld
zwak -d volledig

tevredenstellen

  1. overgankelijk ervoor zorgen dat iemand tevreden wordt
    • Hij stelde met dat gulle voorstel alle deelnemers tevreden.