• te·rug·bren·gen

terugbrengen

  1. overgankelijk naar het punt van vertrek brengen
    • Het is bijna zeven uur, wordt het niet eens tijd je moeder terug te brengen? 
  2. overgankelijk naar de eigenaar brengen
    • Zou jij de sleutels naar de verhuurder terug kunnen brengen? 
  3. overgankelijk een eerdere of lagere toestand herstellen
    • Dat bracht de stand terug tot een gelijkspel. 
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be