tensor
- ten·sor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tensor | tensoren |
verkleinwoord |
de tensor m
- (wiskunde) wiskundige objecten uit de lineaire algebra en de differentiaalmeetkunde die beschouwd kunnen worden als generalisatie van vectoren en matrices
- (fysiologie) spier die een vlies of peesblad aanspant
- ▸ Qua spiermassa is de verhouding tensor: gluteus minimus: gluteus medius als 1:2:4 (…).[1]
- [2] aanspanner
1. wiskundige objecten uit de lineaire algebra en de differentiaalmeetkunde die beschouwd kunnen worden als generalisatie van vectoren en matrices
- Het woord 'tensor' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tensor" herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
38 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Bos, J.C.“De invloed van de benaderingswijze van de heup op de loopfunctie na een totale heuparthroplastiek : Klinische, radiologische en electromyografische analyse van !wee veel gebruikte benaderingen”, proefschrift (16 november 1994), Erasmus Universiteit, Rotterdam, ISBN 9090076492, p. 34
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be