Nederlands

 
Reeks foto's van een paard in telpas.
Uitspraak
Woordafbreking
  • tel·pas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord telpas
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

telpas m/o [1]

  1. (dierkunde) (paardrijden) manier van draven waarbij de beide linkerpoten en de beide rechterpoten om de beurt tegelijk verzet worden
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

57 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen