telpas
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tel·pas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tel zn en pas zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | telpas | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (dierkunde) (paardrijden) manier van draven waarbij de beide linkerpoten en de beide rechterpoten om de beurt tegelijk verzet worden
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'telpas' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "telpas" herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be