Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • taxi·stop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taxistop taxistops
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de taxistopm

  1. organisatie voor kostendelend liften die probeert reizigers (lifters) en chauffeurs (iemand die een lifter wil meenemen) samen te brengen
    • De Vlaamse ministers Joke Schauvliege (CD&V), Ben Weyts (N-VA) en Bart Tommelein (Open Vld) ondertekenden vandaag samen met de initiatiefnemers Autodelen.net, Taxistop, The New Drive en The Shift, de eerste Groene Economie Convenant of Green Deal in Vlaanderen. De bedoeling is om mensen warm te maken voor 'gedeelde mobiliteit'. Daarbij moet tegen 2020 het aantal autodelers, carpoolers en fietsdelers aanzienlijk stijgen. [1] 
    • Taxistop pleitte bij Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) vorig jaar nog om geplande spitsstroken uit te breiden tot carpoolstroken: een extra rijstrook toevoegen is op veel plaatsen niet haalbaar in Vlaanderen. Een ander obstakel is het groot aantal op- en afritten aan de snelwegen. [2] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen