tastbaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tast·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van tasten met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | tastbaar | tastbaarder | tastbaarst |
verbogen | tastbare | tastbaardere | tastbaarste |
partitief | tastbaars | tastbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
tastbaar
- voelbaar, duidelijk zichtbaar, substantieel
- De directeur eiste tastbare resultaten van zijn personeel.
Antoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord tastbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tastbaar" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be