tandenknarsen
- tan·den·knar·sen
- samenstelling van tand en knarsen met het invoegsel -en-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tandenknarsen |
tandenknarste |
getandenknarst |
zwak -t | volledig |
tandenknarsen
- inergatief knarsen met de tanden
1. knarsen met de tanden
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord tandenknarsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.