tanaïem
- ta·naïem, ta·na·iem
de tanaïem mv
- alleen meervoud (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) gebruikt als benaming voor de schriftgeleerden vanaf de 1e tot in de 3e eeuw v. Chr.
- ▸ In de tweede eeuw wordt dit treffend verwoord door rabbi Meïr, een belangrijke leraar ten tijde van de tanaïem.[2]
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑
Weblink bron
Elisabeth Cornelia van Aalsum“Lied van de Eenheid : Een onderzoek naar de bijbelse intertekstualiteit van het spirituele geschrift Sjier haJichoed”, proefschrift (2010), Eburon, Delft, ISBN 9789059724174, p. 71 - ↑
Weblink bron “hoofdletters - 08. namen van artistieke, culturele, maatschappelijke en religieuze stromingen”, onder 1. op vlaanderen.be
- ↑
Weblink bron “hoofdletters - 09. namen van dagen, feestdagen, periodes en historische gebeurtenissen”, onder 4. op vlaanderen.be