• ri·sjo·niem

de risjoniemmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord risjon, (Jiddisch-Hebreeuws): eersten
  2. alleen meervoud (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) gebruikt als benaming voor de schriftgeleerden vanaf de 11e tot in de 15e eeuw
     Het probleem is evenwel dat de Toer met dit standpunt lijnrecht tegenover de andere risjoniem staat.[2]
  • [2] Risjoniem (Dit was de officiële schrijfwijze tot 2006. In vakliteratuur worden benamingen van stromingen, tijdvakken en stijlperiodes vaak als eigennamen opgevat; daardoor blijft in zulke contexten het gebruik van hoofdletters mogelijk. [3] [4])
[2] joodse schriftgeleerden in tijdperken:
  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  2.   Weblink bron
    E. van Eenennaam
    “Het kwetsbare slachten : (On)verdoofde slacht als absolute waarde”, masterscriptie (11 april 2019), Universiteit Utrecht, p. 39/40
  3.   Weblink bron “hoofdletters - 08. namen van artistieke, culturele, maatschappelijke en religieuze stromingen”, onder 1. op vlaanderen.be
  4.   Weblink bron “hoofdletters - 09. namen van dagen, feestdagen, periodes en historische gebeurtenissen”, onder 4. op vlaanderen.be