• sa·vo·raïem, sa·vo·ra·iem

de savoraïemmv

  1. alleen meervoud (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) gebruikt als benaming voor de schriftgeleerden vanaf de 6e tot de 7e eeuw v. Chr.
     Met de afrondende redactionele activiteiten van de savoraïem (“nadenkers”) was de Talmoed omstreeks 550 afgesloten.[2]
  • Savoraïem (Dit was de officiële schrijfwijze tot 2006. In vakliteratuur worden benamingen van stromingen, tijdvakken en stijlperiodes vaak als eigennamen opgevat; daardoor blijft in zulke contexten het gebruik van hoofdletters mogelijk. [3] [4])
joodse schriftgeleerden in tijdperken:
  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  2.   Weblink bron
    Elisabeth Cornelia van Aalsum
    “Lied van de Eenheid : Een onderzoek naar de bijbelse intertekstualiteit van het spirituele geschrift Sjier haJichoed”, proefschrift (2010), Eburon, Delft, ISBN 9789059724174, p. 17
  3.   Weblink bron “hoofdletters - 08. namen van artistieke, culturele, maatschappelijke en religieuze stromingen”, onder 1. op vlaanderen.be
  4.   Weblink bron “hoofdletters - 09. namen van dagen, feestdagen, periodes en historische gebeurtenissen”, onder 4. op vlaanderen.be