sofriem
- sof·riem
- van Hebreeuws סוֹפְרִים zn (sofriem) [1]
de sofriem mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord sofeer
- alleen meervoud (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) gebruikt als benaming voor de schriftgeleerden vanaf Mozes tot en met het begin van de 2e eeuw v. Chr.
- [2] chazal
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑
Weblink bron “hoofdletters - 08. namen van artistieke, culturele, maatschappelijke en religieuze stromingen”, onder 1. op vlaanderen.be
- ↑
Weblink bron “hoofdletters - 09. namen van dagen, feestdagen, periodes en historische gebeurtenissen”, onder 4. op vlaanderen.be