tahoe
- ta·hoe
- Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘sojakoek’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
- van Indonesisch tahu [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tahoe | |
verkleinwoord |
de tahoe m
- (voeding) kaasachtig product gemaakt uit sojamelk
- De veranderingen in de ouderenzorg bedreigen ook gespecialiseerde tehuizen als het vegetarische Felixoord in Oosterbeek, met boekweit, tahoe en wortelsoep op het menu. „In andere tehuizen kun je vaak niet meer krijgen dan een omelet of een plak kaas.” [3]
- Het woord tahoe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tahoe" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
34 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "tahoe" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ tahoe op website: Etymologiebank.nl
- ↑ NRC Yasmina Aboutaleb 4 april 2015
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be