• ta·baks·in·dus·trie
enkelvoud meervoud
naamwoord tabaksindustrie tabaksindustrieën
verkleinwoord tabaksindustrietje tabaksindustrietjes

de tabaksindustriev

  1. (bedrijfstak) industrietak die zich bezig houdt met de vervaardiging van sigaretten en sigaren uit tabak
    • De tabaksindustrie viert feest nu de leeftijdsgrens voor tabaksverkoop is verlegd van zestien naar achttien jaar.[1] 
    • De tabaksindustrie wordt in de aangifte onder meer beschuldigd van zware mishandeling, opzettelijke benadeling van de gezondheid en valsheid in geschrifte [2]