anemoon en clownvis hebben een symbiotische relatie die voor beiden gunstig is
  • sym·bio·tisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen symbiotisch symbiotischer
verbogen symbiotische symbiotischere
partitief symbiotisch symbiotischers -

symbiotisch

  1. samenlevend, samenwerkend waarbij zeker een van de partijen voordeel heeft
    • Een interessant voorbeeld van symbiotische kunst, waarbij door de mens gebruik wordt gemaakt van de eigenschappen van dieren, is het werk van Hubert Duprat. Hij gebruikte de larven van de kokerjuffer om stukjes goud en ander materiaal tot een cocon te laten rijgen. Het resultaat is verbluffend. Normaal gesproken gebruiken de vliegen kiezels in de rivierbedding om deze beschermende kokertjes te maken. [1] 
  2. van twee of meer mensen dat ze een te grote onderlinge afhankelijkheid hebben
    • Hij praat ook na de scheiding van mijn ouders nog vaak over de allesverzengende verliefdheid die hij voor mijn moeder gevoeld heeft, meet zijn nieuwe liefdes daaraan af en draagt zo nog heel lang de verwondingen van het mislopen van hun huwelijk met zich mee. Destructieve passie, noemt hij het, een symbiotische relatie. [2] 
    • Justitie beschreef overvallers op een tankstation en een supermarkt in Enschede als tweelingen die 'symbiotisch'samen leven. De rechtbank heeft ze overeenkomstig precies gelijk gestraft.[3] 
90 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[4]
  1. Swaab, Dick
    Ons creatieve brein [2016] ISBN 978-90-450-3057-9 pagina 137
  2. Spoor, Hendricke
    Vader en dochter [2015] ISBN 978-94-6003896-9 pagina 45
  3. Tubantia 28-DECEMBER-2007
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be