Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • su·per·so·nisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen supersonisch supersonischer
verbogen supersonische supersonischere
partitief supersonisch supersonischers -

Bijvoeglijk naamwoord

supersonisch

  1. met een snelheid boven de voortplantingssnelheid van het geluid
Antoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen